Op maandagochtend is het voor mij elke week weer een uitdaging om de kinderen ontspannen en gezellig naar school te krijgen. In het weekend zijn ze nét iets te laat naar bed gegaan en (natuurlijk) slapen zij niet uit... Dan vullen de zaterdag en zondag zich vaak met van alles en nog wat en dat draagt niet echt bij aan de rust van de kinderen (en mij!).
Dus wat krijg je op maandagochtend: Vermoeide kinderen die geen zin hebben in school.
Vooral onze zoon heeft hier moeite mee. En dan moet hij ‘s middags ook nog naar zwemles. En zwemles is nog steeds een dingetje. Hij zit nu in een groep waar hij leert om door HET GAT te zwemmen. Elke week ziet hij hier tegenop en dat ene gat maakt de hele zwemles STOM. Zo ook gister. Hij huilde tranen met tuiten, want hij wilde niet naar zwemles. Ik hield voet bij stuk en zei dat we toch echt gingen. Boos werd hij. Huilen, tieren. Ik had me namelijk voorgenomen nu eens wat strenger tegen hem te zijn. Dat zou vast helpen. Maar mijn standvastige houding hielp geen cent. Dus besloot ik ruimte te maken voor een gesprek:
“Oké, je vindt zwemles stom. Wat precies? Ja, het gat. Oke, en de rest? Dat valt wel mee. Wat voel je als je door het gat moet? Dat durf je niet. Ik begrijp het wel. Het is ook best spannend. Zou het je helpen als ik erbij kom zitten? Dan kan ik je helpen. Dan doen we het samen.”
Na een gesprekje met de badjuf (want ja, je mag niet iedere keer zomaar aanschuiven), keek ik vol trots hoe hij vol energie het zwembad in dook en alle opdrachten uitvoerde. Totdat HET GAT tevoorschijn kwam. Hij kwam meteen naar me toe en wilde niet meer mee doen.
En ik liet hem gaan. Hij mocht even bij me zitten, op voorwaarde dat hij wel keek hoe andere kinderen het deden. Het ene kind dook in het water en zwom direct door het gat, een ander kind sprong erin, nam een hap lucht en liet zich daarna door het gat glijden. “O, dat kan ik ook!” riep hij. En hij deed het. Hij sprong in het water, zwom, nam een hap lucht en ging door het gat. WAUWWWW wat was ik trots! Hij ging zelfs een tweede keer! Ik heb hem geloof ik de hemel in geprezen.
Hierna volgden een aantal oefeningen met het gat en elke nieuwe oefening kwam hij even bij me zitten. Samen keken we naar hoe de andere kinderen het deden, waarna je alles mee hebt gedaan. Ik ben ontzettend trots! Dit werkt dus voor hem. Hetgeen wat hij zo spannend vond heb ik kleiner gemaakt. De druk van het ‘moeten’ eraf gehaald. Ik heb hem in zijn waarde gelaten en hem de regie in eigen handen gegeven. Hij kreeg de ruimte om rustig te kijken naar hoe anderen het deden. Dit alles gaf hem het zelfvertrouwen om er voor te gaan.
Had ik al gezegd hoe trots ik op hem ben? Vast wel. Ik ben niet alleen trots op hem. Maar ook op mijn manier van aanpak, die zo goed voor hem heeft geholpen. En dat mag ook weleens gezegd worden. Toch?
Veel liefs, Monique
ความคิดเห็น